Paaseiland, Rapa Nui: dag een

De eerste ochtend hebben we besteed aan het regelen van de laatste zaken van de gestolen rugzak. En het zoeken naar een huurauto of scooter. Dan nam toch nog al wat tijd in beslag. Maar was wel noodzakelijk. Het eiland is trouwens niet groot. Ongeveer zo groot als Texel.
Het is voor het eerst door ontdekt door de Nederlandse kapitein Jacob Roggeveen en wel op paasdag 1728 , vandaar de naam. Er woonden toen nog twee bevolkingsgroepen. Een blanke groep met rood haar en lange oren, de makers van de bekende beelden. En een Polynesische groep mensen. Toen James Cook in 1772 het eiland als tweede europeaan bezocht woonde alleen de Polynesische groep er nog. Er bestaan allerlei verhalen over het eiland en zijn bijzondere beelden. Wie daarover meer wil weten kan dat het beste opzoeken op Wikipedia. Anders word het een lang verhaal. En niet voor iedereen interessant.
Het is een vrijwel geheel kaal eiland, met hier en daar wat bomen. Het is er warm en vochtig. De ideale omstandigheden om alles te laten groeien. De oorsprong is vulkanisch. Het heeft vooral in het dorp de uitstraling van een zuidzee eiland. Met palmbomen en allerlei tropische bomen en struiken.
's Middags zijn we een stuk langs de noordwest kust gaan wandelen om een paar beelden te bekijken. Het was niet de bedoeling om ver te gaan. Maar was er zo mooi dat we bijna de gehele middag gewandeld hebben. Heen en weer ongeveer 9 km. Omdat we niet ver wilden gaan hadden we er niet aangedacht om water mee te nemen. En om ons goed in te smeren tegen de zon. En die brandt goed door zonder dat je dat bij een lekkere zeewind in de gaten hebt. Nadat we terug waren in het enige dorp op het eiland hebben we de hitte geblust met een lokaal bier. In het huisje aangekomen schrokken we van onze rood verbrande kuiten en nek. Eigen schuld. Maar de wandeling was het wel waard.