Cienfuegos en de communistische bureaucratie

23 april 2019 - Cienfuegos, Cuba

Cienfuegos is een stad met een mooi centrum. En een mooi centraal plein. Zoals de  meeste centrale pleinen in Cuba vernoemd naar de eerste president na de onafhankelijkheid van Spanje,  José Marti. De meeste gebouwen rond het plein zijn goed gerestaureerd, of goed onderhouden. We hebben het provinciale museum bezocht,  wat totaal niet de moeite waard was. Daarna zijn we naar de plaatselijke schouwburg gegaan. Dit is een bijzonder mooi gebouw, nog helemaal zoals direct na de oprichting in 1898. Met nog originele loges langs de zijkanten. En ook de stoelen in de zaal zagen er nog origineel uit. De kathedraal was niet bijzonder. Het kan aan ons liggen maar we hebben zo langzamerhand genoeg oude koloniale stadjes gezien. Dat was het positieve deel van de dag. Wel leuk om te zien zijn de paarden taxi's die ze hier hebben. 

Joke was tijdens de busreis naar Cienfuegos in een wegrestaurant gestruikeld over een stenen rand. En had haar ribben gekneusd. Omdat onze pijnstillers bijna op waren zijn we vanmorgen eerst op zoek gegaan naar een apotheek. Daar stond een lange rij wachtenden. Op een muur waren een aantal posters geplaatst met de prijzen van een aantal behandelingen en de mededeling dat alles gratis was maar met de achterliggende bedoeling dat men zich er van  bewust zou zijn wat de kosten waren. En hoe goed het staats zorgsysteem wel niet is. Helaas hadden ze de medicijnen niet, maar naast de filatelia, een postzegel handel, zouden we ze kunnen krijgen. Geen apotheek of drogisterij te bekennen. De dag hiervoor had ik ergens anders nog een apotheek gevonden, die toen gesloten was. Maar daar hadden ze alleen maar natuurlijke geneesmiddelen. Waar konden we dan terecht. Nou in Hotel Union zouden we ze wel kunnen kopen. En inderdaad ergens in het hotel was een piepklein kamertje met een voorraad medicijnen,  waaronder pijnstillers. Er was in het hotel zelfs een medische hulppost aanwezig. Ook dit alles is weer typisch een geval van via het kastje naar de muur sturen. Je moet het in Cuba allemaal maar zelf uitzoeken.

Nog een voorbeeld. Bij een eettentje bij de waterkant wilde ik iets te eten hebben en twee pilsjes . De vrouw waar we het bij bestelden porde een jongen om de spies met kip te bereiden. Hij legde een spies op het rooster van de barbecue en ging verder met zijn veel belangrijker bezigheden op zijn telefoon. Verder helemaal geen actie. Na een tijdje ging Joke, waar inmiddels de pillen waren gaan werken,  eens voelen hoe het met de spies was. Het vuur was lauwwarm. Dat kon nog wel een paar uur duren. Het interesseerde ze helemaal niets, of je nou wel of niet geholpen werd. Waarschijnlijk vonden ze ons alleen maar lastig. Ze krijgen hun salaris toch wel. We zijn maar weg gegaan. Deze houding zie je hier veel meer. Zolang er geen persoonlijk belang  bij is, vertonen ze weinig initiatief. Wat ook opvalt is dat de bedelaars, min of meer eisen dat je hun iets geeft. En kwaad worden wanneer ze niets krijgen. 

Foto’s